Angst om een ziekte te hebben

Psycholoog Utrecht Oost

Wat is hypochondrie?

Hypochondrie (angst om een ziekte te hebben) is een psychische aandoening die ook wel aangeduid wordt als ziektevrees. Wanneer je ziektevrees hebt,

  • heb je vaak een chronische preoccupatie of overmatige angst om een ernstige lichamelijke ziekte te hebben, terwijl uit onderzoek hier niets van blijkt.
  • deze angst of preoccupatie duurt minimaal 6 maanden.
  • als iemand daadwerkelijk een (lichte) ziekte heeft, ziet hij of zij het veel ernstiger in dan in werkelijkheid het geval is.
  • geruststelling door artsen of onderzoek helpt niet of slechts kortstondig.
  • vaak is bij hypochondrie ook sprake van somatisatie:  het op lichamelijke wijze uiten van emoties.

Hoe vaak komt hypochondrie voor?

Voor de algemene populatie geldt dat wordt geschat dat circa 4 tot 6 % van de mensen lijdt aan hypochondrie. Er bestaat geen verschil tussen ouderen en jongeren, ondanks dat ouderen vaker lijden aan lichamelijke ziektes.

Bewezen effectieve behandeling bij hypochondrie.

De meest veelvuldig toegepaste behandelmethoden bij ziektevrees zijn gedragstherapie, cognitieve gedragstherapie, educatie en famacotherapie. Uit onderzoek blijkt dat cognitieve gedragstherapie goed werkt bij hypochondrie. Mensen met angst voor ziektes vermijden vaak allerlei situaties, die te maken hebben met ziekte, zoals praten over ziekte, ziekenhuizen, literatuur of tv-programma’s over ziekte, etc. Ook kunnen activiteiten vermeden worden waarvan iemand vreest dat ze de kans op ziek worden vergroten (zoals bijvoorbeeld lichamelijke inspanning bij vrees voor hartlijden). Bij exposure worden alle vermeden situaties en gedragingen volgens een hiërarchie van minst naar meest angstwekkend geoefend. Verder zoeken mensen met hypochondrie vaak dwangmatig geruststelling door artsen te bezoeken, het eigen lichaam te controleren of het nazoeken van medische literatuur of Google. Responspreventie houdt in dat dergelijke gedragingen niet of slechts in beperkte mate mogen worden uitgevoerd.

Tevens word je uitgedaagd kritisch te onderzoeken of er een angst of overtuiging is een ernstige ziekte te hebben, in plaats van dat je daadwerkelijk lijdt aan een ernstige ziekte. Verkeerde interpretaties van lichamelijke sensaties worden geïdentificeerd en uitgedaagd en alternatieve verklaringen worden onderzocht en aangedragen. Dit gebeurt met behulp van verbale technieken (bv. het kritisch vergelijken van klachten van jezelf en symptomen van een ziekte) als met gedragsexperimenten (bv het ondernemen van activiteiten waartoe je je op grond van je overtuiging ziek te zijn niet meer in staat voelt).

Ook kan aandacht worden besteed aan het omgaan met de symptomen en de beperkende invloed hiervan op het dagelijks leven. De aandacht voor en misinterpretatie van de klachten en de situatie en stemming waarin deze klachten optreden kunnen de lichamelijke klachten en preoccupaties doen toenemen.
Zo nodig kan de behandeling worden gecombineerd met interventies die spanning en stress verlagen (behavioural stress management). Hierbij worden technieken geleerd om in het dagelijks leven met stress en onzekerheid om te gaan. De methode kan bestaan uit ontspanningstraining, assertiviteittraining (beter opkomen voor jezelf), leren om beter met beschikbare tijd om te gaan (time management) of je probleemoplossend vermogen vergroten. Deze combinatie van interventies gaat er vanuit dat wie het hoofd kan bieden aan dagelijkse stress en onzekerheden, dat ook kan ten aanzien van overbezorgdheid over zijn gezondheid. Ook de aanpak met medicijnen is effectief. Wanneer er naast de hypochondere klachten ook sprake is van een ernstige depressie, wordt allereerst een combinatie van medicijnen en cognitieve gedragstherapie geadviseerd.

Wanneer er sprake is van hypochondrie hebben mensen vaak al veel medische zorg achter de rug, waarbij uitgebreid lichamelijk onderzoek is uitgevoerd. Bij de start van de therapie bij de psycholoog zal worden voorgesteld om de behandeling vanuit een geheel andere invalshoek te proberen. Niet de lichamelijke klachten zelf, maar de overbezorgdheid en de angst daarover staan daarbij centraal. Het doel van de behandeling bij de psycholoog is vermindering van overbezorgdheid en angst (de emotionele gevolgen). Het doel is niet vermindering van lichamelijke sensaties en klachten. Veel cliënten willen het succes van de behandeling afmeten aan de hoeveelheid lichamelijke sensaties die zij nog ervaren, terwijl vermindering van emotionele gevolgen een meer aangewezen doel is.

Hoe lang duurt een cognitieve gedragstherapie bij hypochondrie en wat zijn de effecten?

Een cognitieve gedragstherapie bij mensen die angst hebben voor ziektes duurt gemiddeld tussen 12 en 25 sessies. Ruim 66 % van de mensen heeft baat bij de behandeling. Indien er onvoldoende resultaat geboekt wordt moet een combinatiebehandeling met medicatie worden overwogen.

Voor meer informatie over cognitieve gedragstherapie bij angst voor ziektes kun je terecht op de website van de Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve Therapie (VGCT): www.vgct.nl

page3image18160